MEDIATIONBLOG OVER: In mediation is geen plek voor racisme
22/08/22 11:21
Als een cliënt in een mediation een racistische opmerking maakt, vraag ik altijd meteen om daar mee op te houden. Er zijn mediators die er heel anders over denken. In plaats van direct duidelijk te maken dat, bijvoorbeeld, antisemitische opmerkingen niet getolereerd worden, vinden zij dat het in acht nemen van strikte neutraliteit, van de mediator juist vergt dat hij/zij dan zou moeten vragen: "Wat maakt dat u zo'n hekel heeft aan Joden?" Als journalist zou ik zo'n vraag stellen, maar als mediator is mijn primaire zorg dat cliënten (en de mediator zelf) zich veilig voelen in de mediation.
Die veiligheid is zeker ook in het geding, als de ene cliënt, door de racistische opmerking van de ander, herbeleeft wat deze ander haar/hem heeft aangedaan (secundaire victimisatie). Mogelijk, dat als ik alleen in de kamer zou zijn met een cliënt die zich antisemitisch uit, ik wel een poging zou wagen het advies van Marshall Rosenberg (in "Nonviolent Communication") te volgen. Rosenberg vindt dat ik de antisemiet mijn respectvolle empathie moet tonen door te vragen: "Are you feeling frustrated? It appears that you might have had some bad experiences with Jewish people?" De eerlijkheid gebied mij hier wel om mijn twijfel te uiten over hoe geloofwaardig/oprecht/authentiek ik zo'n empathische vraag over mijn lippen krijg als de gelegenheid zich voordoet.
| Er bestaat niet zoiets als een beetje racisme
Mediation is ook een proces van geven en nemen. Maar niet altijd in alle situaties. In mediations bij ongewenste omgangsvormen op het werk gaat het erom dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor zijn/haar gedrag, dat de dader erkenning geeft voor het leed dat hij/zij het slachtoffer heeft aangedaan. Net als bij mediations in strafzaken. Pas ná erkenning (bijvoorbeeld door spijt te betuigen) is de weg open naar een oplossing. Een compromis - bijvoorbeeld dat de pester in plaats van elke dag het slachtoffer op kantoor te pesten, voortaan alleen op maandag en donderdag mag pesten - is uiteraard géén oplossing.
Precies zo is het met racisme. Er bestaat niet zoiets als een beetje racisme.
Meestal als ik iemand aanspreek op racistisch taalgebruik, is het antwoord: "Ik ben helemaal geen racist. Maar..." En dan volgt meteen een uitgesproken racistische observatie, bijvoorbeeld over asielzoekers. Of: "Ik ben geen antisemiet. Sommigen van mijn beste vrienden zijn Joods".
Dit allemaal ter inleiding van onderstaand stuk, dat ik schreef naar aanleiding van de gebeurtenissen in Albergen. Want een mediator met een mening blijkt (uit de reacties) wel een dingetje.
En tegelijk ben ik - als onverbeterlijke idealist - van mening dat de gemeente Tubbergen er goed aan zou doen om demonstranten en asielzoekers met elkaar in gesprek te laten gaan. Niet de ene groep tegenover de andere. Maar één op één, of twee op twee. Niet om de demonstranten respectvol empathisch te vragen waarom ze zo'n hekel aan asielzoekers hebben, maar om demonstranten en asielzoekers naar elkaar te laten luisteren, elkaar te vertellen wat voor hen in hun leven het belangrijkste is, elkaar te vertellen over hun waarden.
Ik moedig de gemeente Tubbergen aan dit experiment te wagen. Graag stel ik daartoe een team van ervaren mediators samen, om dit spannende en tegelijk hoopvolle project te begeleiden.
| RACISME IS PRIMA ALS HET MAAR GEMOEDELIJK BLIJFT
Hotel 't Elshuys, een kleine twee kilometer buiten Albergen, Gemeente Tubbergen, gaat dienstdoen als AZC. Een stuk of twintig mannen hadden zich dinsdagmiddag 16 augustus verzameld voor dat hotel om uiting te geven aan hun ongenoegen over de de komst van asielzoekers naar "ons mooie dorpje". Aan de gevel bevestigden zij een bord met de tekst: "Houd Albergen schoon", zeg maar "Judenrein" op z'n Albergens. Op het terras van het hotel zat een daar ondergebracht Syrisch gezin, vader (48), moeder (44) en hun dochters van 11 en 18 en twee zoons van 14 en 19 jaar.
De media zijn in groten getale aanwezig, want sinds Fortuyn durft geen krant of omroep de "boze burger" nog te negeren. En, zoals de coaches van Nederland ons steeds weer voorhouden: alles wat aandacht krijgt groeit. Zo creëert nieuws over de boze burger meteen alweer het volgende nieuws over de boze burger en wordt het voor steeds meer mensen aantrekkelijk om ook boos te worden, want wie boos is komt op tv en in de krant.
De verslaggever van de NRC ziet een heftruck het heggetje omverrijden dat het terras van de parkeerplaatsen scheidt. Recht boven de hoofden van het Syrische gezin schuift de arm van het voertuig uit. In de schep zitten twee jongens met een bord: "Straks nog 10 procent allochtonen. Kunnen wij hier straks nog veilig wonen??? Geen AZC in ons mooie Albergen." Zij schroeven hun bord vast aan de gevel van het hotel. De Syrische moeder probeert haar tranen te bedwingen.
| De sfeer was desalniettemin gemoedelijk
De verslaggever van De Gelderlander viel vooral op hoe gemoedelijk het allemaal was:
(....) Enkele betogers bevestigden een protestbord aan de gevel bij de ingang van het hotel. Toen het bord eenmaal hing, steeg een luid gejuich op vanuit de menigte.Enige tijd daarvoor werden meerdere vuurpijlen (met knal) afgestoken. De sfeer was desalniettemin gemoedelijk. Zo werd er schlagermuziek gedraaid. Er waren zeker twee agenten aanwezig, maar die hebben niet in hoeven grijpen. Jongeren zeiden tegen de politie: „We doen dit, omdat we die lui hier niet willen hebben.” De aanwezigen leken aanvankelijk niet van plan snel te vertrekken. Zo stond er een auto gevuld met kratten bier." (....)
"De sfeer was desalniettemin gemoedelijk".
Het staat er echt.
En: "Er waren zeker twee agenten aanwezig, maar die hebben niet in hoeven grijpen."
Niet hoeven ingrijpen?
Op het terras zat een Syrisch gezin dat doodsangsten uitstond!
Maar de politie bleef gewoon lekker smoezen met de demonstranten. Inmiddels een bekend beeld. De politiebaas heeft al blijk gegeven van zijn begrip voor boeren die asbest storten op de snelweg. Daar kan begrip voor Albergenaren die hun dorp van vreemde smetten vrij willen houden, nog wel bij.
Ook het NOS Journaal had het over een gemoedelijke sfeer.
Donderdagavond 18 augustus, hotel 't Elshuys. Een nieuw protestbord erbij, waarop kernachtig is weergegeven waar het écht om gaat:
"Met 300 azc'ers van kleur binnenkort in Albergen verkrachting, beroving en terreur!"
Het bord werd echter snel weer verwijderd. Want racisme is prima, zolang het maar gemoedelijk blijft.
Op 1 april 1933, de dag die door Hilter was uitgeroepen tot "Judenboycott" ontvluchtte mijn moeder Duitsland. Op het perron van Bahnhof Zoo in Berlijn stapte ze op de trein naar Amsterdam, terwijl op het perron de SA scandeerde: "Juden raus! Juden raus!"
Gedachteoefening.
Aan het eind van de dag klampt een verslaggever van De Gelderlander, tevens werkzaam voor het NOS-Journaal, een van deze bruinhemden aan op Bahnhof Zoo. Hij stelt hem, in zijn beste Duits, de vraag die hem de hele dag al op de lippen brandt:
"Na, wie war es heute hier am Bahnhof Zoo?"
De SA-er hoort de vraag met een brede, voldane glimlach aan, blij met zoveel media-aandacht.
"Wir haben unseren Beitrag geleistet. Die Atmosphäre war aber freundlich," tekent de verslaggever op uit zijn mond.
Feitelijk valt hier niets op aan te marken. Racisten onder elkaar, hartstikke gezellig, de sfeer is gemoedelijk. Maar hoe mooi zou het zijn als een journalist wat verder kijkt dan zijn/haar neus lang is?
Donderdagavond 18 augustus Op1. As usual, alles voor de gemoedelijke sfeer aan de talkshow-tafel. Geen kritische vragen. En als een gast dreigt de gemoedelijke sfeer te verpesten, nemen de beide presentatoren (Giovanca Ostiana en Margje Korevaar-Fikse) meteen de eerste afslag terug naar de gemoedelijkheid.
SGP-Tweede Kamerlid Roelof van Bisschop (hij heeft al zo'n pech met z'n achternaam) oppert een asielstop en: "de gezinshereniging kun je tijdelijk parkeren als het gaat om de instroom te beperken." Let op het taalgebruik: niet "mensen", maar "instroom". Hier spreekt de barmhartige, die neerkijkt op andersdenkenden die gespeend zijn van de christelijke waarden waaruit deze godvruchtige man zijn inspiratie put, zoals: alles wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet.
| In de schaduw van de gemoedelijkheid woekert vreemdelingenhaat
Parlementair verslaggever Thomas van Groningen mengt zich in het gesprek: waarom willen gemeenten wél ruimte inrichten voor Oekraieners, maar niet voor Syriërs en Afghanen? De SGP-er probeert met niet ter zake doende beweringen de aandacht af te leiden. Als Van Groningen wil doorvragen, om het racistische vooroordeel van dit Kamerlid boven tafel te krijgen, onderbreekt een van de presentatoren hem: "We kunnen hier natuurlijk heel lang over blijven praten, maar wat vind jij van ......"
De gemoedelijkheid is weer gered.
Maar, let op, in de schaduw van de gemoedelijkheid woekert vreemdelingenhaat.
Die veiligheid is zeker ook in het geding, als de ene cliënt, door de racistische opmerking van de ander, herbeleeft wat deze ander haar/hem heeft aangedaan (secundaire victimisatie). Mogelijk, dat als ik alleen in de kamer zou zijn met een cliënt die zich antisemitisch uit, ik wel een poging zou wagen het advies van Marshall Rosenberg (in "Nonviolent Communication") te volgen. Rosenberg vindt dat ik de antisemiet mijn respectvolle empathie moet tonen door te vragen: "Are you feeling frustrated? It appears that you might have had some bad experiences with Jewish people?" De eerlijkheid gebied mij hier wel om mijn twijfel te uiten over hoe geloofwaardig/oprecht/authentiek ik zo'n empathische vraag over mijn lippen krijg als de gelegenheid zich voordoet.
| Er bestaat niet zoiets als een beetje racisme
Mediation is ook een proces van geven en nemen. Maar niet altijd in alle situaties. In mediations bij ongewenste omgangsvormen op het werk gaat het erom dat de dader verantwoordelijkheid neemt voor zijn/haar gedrag, dat de dader erkenning geeft voor het leed dat hij/zij het slachtoffer heeft aangedaan. Net als bij mediations in strafzaken. Pas ná erkenning (bijvoorbeeld door spijt te betuigen) is de weg open naar een oplossing. Een compromis - bijvoorbeeld dat de pester in plaats van elke dag het slachtoffer op kantoor te pesten, voortaan alleen op maandag en donderdag mag pesten - is uiteraard géén oplossing.
Precies zo is het met racisme. Er bestaat niet zoiets als een beetje racisme.
Meestal als ik iemand aanspreek op racistisch taalgebruik, is het antwoord: "Ik ben helemaal geen racist. Maar..." En dan volgt meteen een uitgesproken racistische observatie, bijvoorbeeld over asielzoekers. Of: "Ik ben geen antisemiet. Sommigen van mijn beste vrienden zijn Joods".
Dit allemaal ter inleiding van onderstaand stuk, dat ik schreef naar aanleiding van de gebeurtenissen in Albergen. Want een mediator met een mening blijkt (uit de reacties) wel een dingetje.
En tegelijk ben ik - als onverbeterlijke idealist - van mening dat de gemeente Tubbergen er goed aan zou doen om demonstranten en asielzoekers met elkaar in gesprek te laten gaan. Niet de ene groep tegenover de andere. Maar één op één, of twee op twee. Niet om de demonstranten respectvol empathisch te vragen waarom ze zo'n hekel aan asielzoekers hebben, maar om demonstranten en asielzoekers naar elkaar te laten luisteren, elkaar te vertellen wat voor hen in hun leven het belangrijkste is, elkaar te vertellen over hun waarden.
Ik moedig de gemeente Tubbergen aan dit experiment te wagen. Graag stel ik daartoe een team van ervaren mediators samen, om dit spannende en tegelijk hoopvolle project te begeleiden.
| RACISME IS PRIMA ALS HET MAAR GEMOEDELIJK BLIJFT
Hotel 't Elshuys, een kleine twee kilometer buiten Albergen, Gemeente Tubbergen, gaat dienstdoen als AZC. Een stuk of twintig mannen hadden zich dinsdagmiddag 16 augustus verzameld voor dat hotel om uiting te geven aan hun ongenoegen over de de komst van asielzoekers naar "ons mooie dorpje". Aan de gevel bevestigden zij een bord met de tekst: "Houd Albergen schoon", zeg maar "Judenrein" op z'n Albergens. Op het terras van het hotel zat een daar ondergebracht Syrisch gezin, vader (48), moeder (44) en hun dochters van 11 en 18 en twee zoons van 14 en 19 jaar.
De media zijn in groten getale aanwezig, want sinds Fortuyn durft geen krant of omroep de "boze burger" nog te negeren. En, zoals de coaches van Nederland ons steeds weer voorhouden: alles wat aandacht krijgt groeit. Zo creëert nieuws over de boze burger meteen alweer het volgende nieuws over de boze burger en wordt het voor steeds meer mensen aantrekkelijk om ook boos te worden, want wie boos is komt op tv en in de krant.
De verslaggever van de NRC ziet een heftruck het heggetje omverrijden dat het terras van de parkeerplaatsen scheidt. Recht boven de hoofden van het Syrische gezin schuift de arm van het voertuig uit. In de schep zitten twee jongens met een bord: "Straks nog 10 procent allochtonen. Kunnen wij hier straks nog veilig wonen??? Geen AZC in ons mooie Albergen." Zij schroeven hun bord vast aan de gevel van het hotel. De Syrische moeder probeert haar tranen te bedwingen.
| De sfeer was desalniettemin gemoedelijk
De verslaggever van De Gelderlander viel vooral op hoe gemoedelijk het allemaal was:
(....) Enkele betogers bevestigden een protestbord aan de gevel bij de ingang van het hotel. Toen het bord eenmaal hing, steeg een luid gejuich op vanuit de menigte.Enige tijd daarvoor werden meerdere vuurpijlen (met knal) afgestoken. De sfeer was desalniettemin gemoedelijk. Zo werd er schlagermuziek gedraaid. Er waren zeker twee agenten aanwezig, maar die hebben niet in hoeven grijpen. Jongeren zeiden tegen de politie: „We doen dit, omdat we die lui hier niet willen hebben.” De aanwezigen leken aanvankelijk niet van plan snel te vertrekken. Zo stond er een auto gevuld met kratten bier." (....)
"De sfeer was desalniettemin gemoedelijk".
Het staat er echt.
En: "Er waren zeker twee agenten aanwezig, maar die hebben niet in hoeven grijpen."
Niet hoeven ingrijpen?
Op het terras zat een Syrisch gezin dat doodsangsten uitstond!
Maar de politie bleef gewoon lekker smoezen met de demonstranten. Inmiddels een bekend beeld. De politiebaas heeft al blijk gegeven van zijn begrip voor boeren die asbest storten op de snelweg. Daar kan begrip voor Albergenaren die hun dorp van vreemde smetten vrij willen houden, nog wel bij.
Ook het NOS Journaal had het over een gemoedelijke sfeer.
Donderdagavond 18 augustus, hotel 't Elshuys. Een nieuw protestbord erbij, waarop kernachtig is weergegeven waar het écht om gaat:
"Met 300 azc'ers van kleur binnenkort in Albergen verkrachting, beroving en terreur!"
Het bord werd echter snel weer verwijderd. Want racisme is prima, zolang het maar gemoedelijk blijft.
Op 1 april 1933, de dag die door Hilter was uitgeroepen tot "Judenboycott" ontvluchtte mijn moeder Duitsland. Op het perron van Bahnhof Zoo in Berlijn stapte ze op de trein naar Amsterdam, terwijl op het perron de SA scandeerde: "Juden raus! Juden raus!"
Gedachteoefening.
Aan het eind van de dag klampt een verslaggever van De Gelderlander, tevens werkzaam voor het NOS-Journaal, een van deze bruinhemden aan op Bahnhof Zoo. Hij stelt hem, in zijn beste Duits, de vraag die hem de hele dag al op de lippen brandt:
"Na, wie war es heute hier am Bahnhof Zoo?"
De SA-er hoort de vraag met een brede, voldane glimlach aan, blij met zoveel media-aandacht.
"Wir haben unseren Beitrag geleistet. Die Atmosphäre war aber freundlich," tekent de verslaggever op uit zijn mond.
Feitelijk valt hier niets op aan te marken. Racisten onder elkaar, hartstikke gezellig, de sfeer is gemoedelijk. Maar hoe mooi zou het zijn als een journalist wat verder kijkt dan zijn/haar neus lang is?
Donderdagavond 18 augustus Op1. As usual, alles voor de gemoedelijke sfeer aan de talkshow-tafel. Geen kritische vragen. En als een gast dreigt de gemoedelijke sfeer te verpesten, nemen de beide presentatoren (Giovanca Ostiana en Margje Korevaar-Fikse) meteen de eerste afslag terug naar de gemoedelijkheid.
SGP-Tweede Kamerlid Roelof van Bisschop (hij heeft al zo'n pech met z'n achternaam) oppert een asielstop en: "de gezinshereniging kun je tijdelijk parkeren als het gaat om de instroom te beperken." Let op het taalgebruik: niet "mensen", maar "instroom". Hier spreekt de barmhartige, die neerkijkt op andersdenkenden die gespeend zijn van de christelijke waarden waaruit deze godvruchtige man zijn inspiratie put, zoals: alles wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet.
| In de schaduw van de gemoedelijkheid woekert vreemdelingenhaat
Parlementair verslaggever Thomas van Groningen mengt zich in het gesprek: waarom willen gemeenten wél ruimte inrichten voor Oekraieners, maar niet voor Syriërs en Afghanen? De SGP-er probeert met niet ter zake doende beweringen de aandacht af te leiden. Als Van Groningen wil doorvragen, om het racistische vooroordeel van dit Kamerlid boven tafel te krijgen, onderbreekt een van de presentatoren hem: "We kunnen hier natuurlijk heel lang over blijven praten, maar wat vind jij van ......"
De gemoedelijkheid is weer gered.
Maar, let op, in de schaduw van de gemoedelijkheid woekert vreemdelingenhaat.